Een storm met een gemiddelde van windkracht 10 maakt vrijwel altijd ook slachtoffers onder bomen. En daarop was de storm van vrijdag 18 februari dan ook geen uitzondering. Na meerdere meldingen van omgewaaide bomen ging Bomenwerkgroep Fraxinus Excelsior een dag na de storm een ‘rondje langs de velden’ maken, om te kijken of er ook monumentale bomen gesneuveld waren.
Daarnaast is het ook altijd nuttig om een beeld te krijgen van de bomen die een storm met een dergelijke windkracht niet hebben overleefd. Het waren vorige week merendeels de schietwilgen, treurwilgen, essen en iepen, die omver waren geblazen. Een bezoekje aan 9 omgewaaide bomen in het oostelijke deel van de Hoeksche Waard leerde al snel dat meer dan de helft vorig jaar zomer er al niet best meer bij stond. De bij de Maasdamse weg in ‘s-Gravendeel geknakte schietwilg b.v. had in het najaar al meer bruine en gele bladeren dan je mocht verwachten en ook een iep die omver was gegaan stond in een gebied waar de afgelopen jaren veel bomen zijn aangetast door de iepziekte. Opnieuw waren er ook weer oudere treurwilgen, meest aangeplant in de jaren vijftig, die zware schade hadden. Maar er waren ook enkele linden, sparren en iepen van rond de 30-35 jaar die geknakt waren door de storm.
‘Senioren’ hielden stand
Het algemene beeld kwam overeen met wat we zagen na eerdere zwaardere stormen: Veel van de bomen die sneuvelden waren waarschijnlijk al verzwakt door ziekte. In elk geval heeft het onderzoek tot dusver ook aangetoond dat de monumentale bomen in de oostelijke helft van de Hoeksche Waard weer pal stonden, ook bij windkracht 10. Dat gold o.a. voor de circa 170 jaar oude rode beuk in Puttershoek, voor de prachtige linde voor de Lindehoeve in Mookhoek, maar ook voor de inmiddels bijna 140 jaar oude plataan in Maasdam. En ook de bijna even oude, zwarte populier van buurtschap Sint Anthoniepolder weerstond opnieuw het natuurgeweld. Het waren ook dit keer niet de bomen die de honderd jaar reeds gepasseerd zijn die het meest slachtoffer werden, maar bomen die gemiddeld niet ouder waren dan 50/55 jaar.