Cornelis de Graaf woont in Frankrijk, maar als oud-Hoeksche Waarder volgt hij de lokale politiek op de voet. Elke maand geeft hij zijn visie op belangrijke ontwikkelingen.
Tekst:
RAADSBREED HOEKSCHE WAARD AKKOORD
Tijden veranderen en de roep uit de maatschappij om burgers en politiek dichter bij elkaar te brengen klinkt steeds vaker. Iedereen ziet wat er zich in politiek Den Haag afspeelt. Enige zelfreflectie op lokaal niveau blijkt zeker nodig. Er zijn in de afgelopen jaren steeds meer gemeenten overgegaan naar een raadsbreed akkoord, soms wel maatschappelijk akkoord genoemd dan wel een akkoord op hoofdlijnen. Niet omdat het hip of modieus is, maar om de inwoners te bieden waar ze recht op hebben. Waardoor is die ontwikkeling ontstaan en zou dit voor de Gemeente Hoeksche Waard ook kunnen werken?
Verharding van verhoudingen binnen de raad
Zo lang de band tussen coalitiefracties en hun wethouders en tussen coalitiefracties onderling stand houdt, hebben fracties buiten de coalitie, oftewel: de oppositie, slechts een kleine rol in de raad. Mits goed afgestemd met de coalitiefracties kunnen beleidsvoorstellen van het College in de raad rekenen op de meerderheid van stemmen die de coalitie heeft en hoeven wethouders en coalitiefracties weinig rekening te houden met de oppositie. Oppositiefracties kunnen daar weinig aan veranderen. In sommige gevallen, zeker wanneer de verhoudingen binnen de raad tussen oppositie- en coalitiefracties constructief zijn, kan de oppositie het beleid nog enigszins bijsturen met amendementen, moties en initiatief voorstellen. Maar in veel gevallen wordt een constructieve samenwerking belemmerd door de coalitie-oppositieverhoudingen. De coalitie verwacht van de oppositie dat zij eerder uit is op een val van de coalitie dan op samenwerking. De oppositie verwacht van de coalitie dat zij eerder zal kiezen voor het overeind houden van de coalitie dan voor samenwerking. In veel gemeenteraden ontstaat hierdoor een coalitie-oppositiecultuur. Deze inherente tegenstelling tussen « hullie en zullie » kan nooit goed zijn voor welke gemeente dan ook. Uiteindelijk hebben de volksvertegenwoordigers, want dat zijn alle gemeenteraadsleden, een controlerende taak om het beste voor hun inwoners, bedrijven en maatschappelijke instellingen te realiseren. In deze cultuur voert de coalitie het beleid uit zoals zij dat afgesproken heeft en legt de oppositie zich, niet zelden vanuit een gevoel van frustratie en machteloosheid, toe op kritische vragen en aanvallen op de coalitie. Fracties die deel uitmaken van de coalitie kunnen dus niet volkomen onafhankelijk van het college opereren en wethouders kunnen niet volkomen onafhankelijk van hun fracties opereren. Hiermee komt het dualisme van het gemeentebestuur in de knel. In veel gevallen zet dit coalitie- en oppositiefracties tegenover elkaar en verdeelt het de raad in twee blokken, het hullie tegen zullie, terwijl de idee achter de volksvertegenwoordiging is dat er geen gevecht plaatsvindt maar dat er in gezamenlijkheid gekomen wordt tot goede besluitvorming voor inwoners dus de samenleving in een gemeente.
Zelf ben ik voorstander van veel debat waarbij het gaat om zinvolle en steekhoudende argumenten en tegenargumenten, want dat is uiteindelijk waar het om draait voor de inwoners. Dan weten alle inwoners zich ook daadwerkelijk vertegenwoordigd door de politiek en zodoende groei je toe naar de integriteit van de democratie. Dat is en blijft het fundament in onze samenleving. Dan komt de these, antithese en uiteindelijk synthese vanzelf naar boven drijven. Nu is het teveel van “hullie tegen zullie” en dat doet geen recht aan alle inwoners en instellingen. Nog niet zo lang geleden hoorde ik in een wethouder zeggen dat hij vindt dat de integriteit van de democratie alleen maar grote woorden zijn.
Kennelijk heeft deze wethouder niet begrepen dat democratie meer te maken heeft met het luisteren naar de minderheid, dan het doordrukken door een coalitie- meerderheid. Dat wil zeggen dat minderheden, of oppositiepartijen, ook onderdelen van hun steekhoudende argumenten moeten kunnen terugvinden in de uiteindelijke besluitvorming.
Verslechtering besluitvorming
In een ideale wereld werkt een gemeentebestuur in gezamenlijkheid aan de beste besluiten
voor de samenleving. Jean-Jacques Rousseau verwoordde het zo: ‘Hoe meer overeenstemming er in de volksvertegenwoordiging heerst…, des te meer
overheerst de algemene wil. Maar lange debatten, meningsverschillen en opschudding
kondigen de opkomst aan van afzonderlijke belangen en het verval van de overheid’. In een
ideale wereld stellen wethouders met hun ambtenaren voorstellen op en gaan vervolgens naar de volksvertegenwoordiging, hun medebestuurders, om die voorstellen daar te toetsen en eventueel te verbeteren op basis van wat de volksvertegenwoordiging vindt. Dus een inhoudelijk samenspel om tot het beste voorstel voor de gemeente te komen !
Door de huidige werkwijze spelen echter andere zaken een rol. Zaken die in geen enkele wet beschreven staan, maar die in de praktijk zijn ontstaan en die we ‘politiek’ zijn gaan noemen.
Wethouders en fracties hebben naast het goede bestuur van de gemeente andere
dingen aan hun hoofd, bijvoorbeeld afspraken die zijn gemaakt bij de coalitie-onderhandelingen of beloftes uit het verkiezingsprogramma van de partij die zij
vertegenwoordigen binnen het college en de raad. Wethouders moeten hun voorstellen
daarom zorgvuldig voorbereiden en deze vervolgens zo ongeschonden mogelijk ‘door de raad halen’. Wijzigingsvoorstellen vanuit oppositiefracties in de raad kunnen coalitieafspraken schaden en moeten daarom in veel gevallen afgehouden worden, ook als deze een verbetering van de plannen zijn, dus een verbetering voor de inwoners. Dat is toch krom ! Wijzigingsvoorstellen vanuit coalitiefracties en heel soms oppositie kunnen vaak pas ruimte krijgen als deze van tevoren achter de schermen zijn afgestemd binnen de coalitiepartijen en het college. In veel gevallen komen wethouders dus niet naar de raad om hun voorstellen te toetsen aan de stem van het volk of om ze sterker te maken met behulp van de gezamenlijke denkkracht van hun medebestuurders in de raad. Wethouders komen met vooraf in de coalitie afgestemde voorstellen naar de raad om daar de formele vaststelling te krijgen, gegarandeerd door de meerderheidspositie die de coalitie heeft. Dat doet absoluut geen recht aan de integriteit van de democratie of zoals ik het noem het herstellen van de rechtsstatelijkheid. Democratie heeft meer te maken met luisteren naar de minderheid, dan doordrukken van de meerderheid. Dat wil zeggen, dat minderheden ook onderdelen van hun steekhoudende argumenten moeten kunnen terugvinden in de uiteindelijke besluitvorming. Voorstellen worden door de wethouders getoetst bij de volksvertegenwoordiging en voorstellen moeten desgewenst worden verbeterd van wat de volksvertegenwoordiging vindt. Zo vertegenwoordig je als raadslid alle inwoners in de gemeente, u weet wel de inwoners door wie u bent verkozen en van wie u het mandaat hebt verkregen. Vergeet dat nooit !
Benoeming wethouders
Het huidige systeem van benoeming van wethouders en de vorming van coalities wordt in geen enkele wet voorgeschreven en beknot de vrijheid van de raad. Wettelijk heeft de raad juist zelf veel vrijheid om het college vorm te geven zoals hij zelf wil. Het vormen van een coalitie van partijen die samen een meerderheid van de zetels in de raad bezet, is dus geen verplichting, noch het benoemen van wethouders die door coalitiepartijen naar voren zijn geschoven. Zo lang er daarvoor een meerderheid is in de raad kan iedereen worden benoemd tot wethouder, mits deze persoon voldoet aan artikel 36a en 36b van de Gemeentewet. Lidmaatschap van een politiek partij is geen vereiste, noch het lidmaatschap van de raad of zelfs een plek op de kandidatenlijst van een politiek partij. Het staat de raad volkomen vrij om de meest geschikte persoon te zoeken voor de vacature van wethouder. Wat als de raad deze vrijheid zou nemen en alle ontstane gewoontes achter zich zou laten? Wat als de raad in gezamenlijkheid, los van politieke partijbelangen en coalitieonderhandelingen op zoek zou gaan naar de beste man of vrouw voor de functie?
Waarom hebben inwoners weinig vertrouwen in de politiek ?
Uiteindelijk zie ik het grootste probleem in het gebrekkig geïnformeerd zijn van de kiezer en daarmee het gebrekkige begrip voor de genomen besluiten.
Daarnaast zijn er helaas burgemeesters die gemeenteraden willen opleggen om niet meer over individuele gevallen te spreken. Waarom mag je als gemeenteraadslid niet gewoon een klacht van een inwoner meenemen waar je het als raadslid mee eens bent ? Dat is een inwoner van jouw gemeente, dat mag hem/haar niet overkomen. Daar heb je geen kadernota voor nodig. Als raadslid moet je die ervaring kunnen delen en de wethouder hierover kunnen bevragen. Burgemeesters : stop met die flauwekul !
Dit zijn redenen waardoor de kiezer het vertrouwen in de politiek verliest. Daarom denk ik dat de landelijke democratie wellicht beter zou functioneren met een aantal aanpassingen. De plaatselijke politiek kan hierbij het goede voorbeeld geven door bijvoorbeeld te gaan werken met raadsbrede programma’s en met gekozen wethouders!
Ook Geerten Waling schrijft in Elsevier dat er toekomst is voor zogeheten Ombudspolitiek. Hij stelt dat een brede groep kiezers snakt naar deze vorm van politiek bedrijven : het opkomen voor concrete rechten en belangen van burgers. De politicus als Ombudsman, aangesteld om lastige vragen te stellen en te wijzen op fouten in het systeem. Zulke politici staan naast de inwoners om hun zorgen te vertalen naar scherpe politieke interventies. Wie zegt dat er in de politiek geen cliëntelisme bestaat, die jokt. Als politicus zijn je stemmers je cliënten, daar hoor je voor door het vuur te gaan. Ook de Grondwet kent immers geen politieke partijen. Dus je bent alleen aan hen die op je hebben gestemd verantwoording schuldig. En zolang je jezelf niet verrijkt en opkomt voor cliënten, dus ook voor ondernemers, doe je voor je achterban wat je tijdens de verkiezingscampagne hebt beloofd !
Hoe op weg naar een echte professionele gemeente ?
Na het zeer moeizame voortraject van de ondemocratisch opgelegde herindeling Hoeksche Waard staat de nieuwe gemeente er wel, maar daarmee heb je dan ook alles gezegd. We hebben nog een lange weg te gaan om door te groeien naar een professionele gemeente.
Het fundament voor een goed functionerende gemeente met een omvang van 88.000 inwoners moet natuurlijk een passend bestuursmodel zijn. En heeft de gemeente Hoeksche Waard een passend bestuursmodel? Kan een andere bestuursvorm meer betekenen voor de ontwikkeling van onze gemeente? Is iedereen bereid om de traditionele vorm te doorbreken? Iedere partij zal een eigen schatting kunnen maken over hoe de vlag erbij hangt. Het is de kunst om daar een gezamenlijke conclusie van te maken. Met maar één doel : het belang van inwoners, bedrijfsleven, verenigingsleven en maatschappelijke instellingen in de gemeente Hoeksche Waard te dienen en te optimaliseren.
Het huidige coalitie/oppositiemodel is ondemocratisch. Hierover is niets in onze wetgeving of Grondwet vastgelegd en is ontaard in een ordinair machtsspel. De inwoners hebben de gemeenteraad gekozen om ze direct te vertegenwoordigen. Zo is de Nederlandse rechtsstaat ingericht. Inwoners hebben niet gekozen voor een vertragend werkend polarisatiemodel, waarbij de niet-coalitiepartijen genegeerd worden. Daarmee negeer je al die inwoners die op deze partijen gestemd hebben. De integriteit van de democratie staat op het spel, want minderheden moeten ook gehoord worden en in de besluitvorming moet je onderdelen van hun steekhoudende argumenten daarvan terug kunnen vinden. Daarmee is niks nieuws onder de zon, alleen de uitvoering laat steeds meer te wensen over. En dan helpt het zeker niet als notabene een wethouder verkondigt dat hij de « integriteit van de democratie » maar grote woorden vindt. Deze wethouder moet terug naar de schoolbanken of een curus bij ‘Pro Demos’ gaan volgen. Overigens ook wel aan te bevelen voor raadsleden. Hoeksche Waard heeft een uitstekende docent van ‘Pro Demos’ in huis, zijnde wethouder Paul Boogaard.
In deze raadsperiode hebben we kunnen zien, dat de gemeenteraad in de Hoeksche Waard met elkaar kunnen samenwerken als we één gezamenlijk doel hebben. Ik doel dan bijvoorbeeld op het samenstellen van een profiel voor de nieuwe burgemeester en/of griffier. Dat doel overstijgt de afzonderlijke politieke belangen en dient veel meer het algemeen belang. Als we klaar zijn met ons gezamenlijk onderwerp, dan vallen we iedere keer weer terug in onze loopgraven van het coalitie/oppositie model.En dat is slecht voor de politieke partijen en het is slecht voor de inwoners. Want we laten op deze wijze grote kansen liggen voor onze inwoners, verenigingen, bedrijven en maatschappelijke instellingen én uiteindelijk voor de gehele gemeente Hoeksche Waard.
Een intelligent raadsbreed akkoord, waarin alleen de hoofdlijnen van alle partijen worden vastgelegd, zou dat gezamenlijke doel kunnen zijn. Laat de lastige onderlinge verschillen uit dit akkoord en laat dit over aan het onderlinge debat. Hiermee draai je het proces om en krijg je een gezondere discussie zonder harde polarisatie en ontstaat er meer verbinding tussen de partijen.
Beste luisteraars, als altijd, steeds tot uw dienst en met alle genegenheid voor de inwoners van de Hoeksche Waard sec.
Cornelis de Graaf