Persoonlijk eerbetoon tijdens Nationale Herdenking op 4 mei
Veteraan Aloys Bijl (59) bereidt zich voor op een bijzondere herdenking op 4 mei. Dat gaat iets anders dan verwacht. In plaats van een fysieke plek tussen 59 andere veteranen in de erecouloir op de Dam, brengt Bijl zijn persoonlijke eerbetoon aan gevallen oorlogsslachtoffers dit jaar online. Dat heeft te maken met de gewijzigde opzet van de Nationale Herdenking vanwege het coronavirus, zonder veteranen en zonder publiek. Om de veteranen die in de erecouloir zouden staan, toch de kans te geven hun persoonlijke verhaal en motivatie te delen, ontwikkelde het Veteraneninstituut een online erecouloir. Hier deelt een groot aantal van de veteranen hun bijzondere verhalen, ervaringen en levenslessen als het gaat over leven in vrijheid. Zo ook Aloys Bijl.
‘’4 mei is voor mij een bijzondere dag. We moeten stilstaan bij wat er is gebeurd en wat betaald is voor de vrijheid waar wij nu van genieten. Die mensen die het niet overleefd hebben, verdienen het dat er bij hen stilgestaan wordt. We zijn het hun verplicht. Vandaag de dag zien we hoe kwetsbaar onze vrijheid is en hoe snel we het kwijt kunnen zijn.’’

Kostbare band met veteranen
In 1979 was Bijl onderdeel van de eerste lichting die naar Libanon werd
gezonden. Daar fungeerde hij als techneut en was hij verantwoordelijk
voor onder meer de stroomvoorziening en bouwtechnische aspecten. ‘’Er
zijn enkele belangrijke dingen die ik geleerd
heb tijdens de uitzending. Ten eerste dat beschoten worden het meest
surrealistische is wat er bestaat. Dat maakte diepe indruk. Daar
tegenover is het weer heel bijzonder om te zien hoe de lokale bevolking
handelt onder deze omstandigheden. Zij pakken de draad
meteen weer op. Ondanks de druk en gevaarlijke situaties, ben je zo op
elkaar aangewezen. Er wordt een soort van onzichtbare band gecreëerd,
waardoor je blindelings op elkaar vertrouwt. Dat voel ik nu nog steeds,
het lijkt alsof veteranen een aparte groep
in de samenleving is, die elkaar makkelijk oppikt en heel weinig
woorden nodig heeft. Dat is kostbaar,’’ aldus Bijl.
Inmiddels is Bijl werkzaam als ambtenaar. Daarnaast is hij sinds 2012
gastdocent voor scholieren en deelt hij zijn kennis over het zijn van
een veteraan en de kwetsbaarheid van onze vrijheid in het educatieve
programma ‘Veteraan in de klas’ van het Veteraneninstituut.
Alles wat leeft, heeft recht op leven
Iedere veteraan in de erecouloir staat er met een persoonlijke reden.
Dat geldt ook voor de veteranen die dit jaar de erehaag zouden vormen.
Zo ook voor Bijl: ‘’Een persoon die vanaf het begin af aan van betekenis
is geweest en iets heeft gedaan waar ik vandaag
nog steeds wat aan heb, is Tom Karremans. Hij was destijds
compagniescommandant. Op een dag kregen we als groep straf en moesten we
de slotenmars lopen, vrij vies. Maar, Karremans trok zijn pak aan en
ging mee om vrijwillig de straf te ervaren, zonder dat
hij ook maar iets had gedaan. Hij voelde zich verbonden met ons en
daarmee won hij zoveel respect. Het is daarna nooit meer gebeurd en ik
was een levensles wijzer. Aan hem zal ik denken, want daar ben ik
dankbaar voor. Daarnaast denk ik ook aan de burgerbevolking
van destijds, in het bijzonder meneer Dijab. Hij leerde me, nadat ik
een vlieg doodsloeg, dat alles wat leeft, recht heeft op leven.’’
Meer oog voor elkaar
Dit jaar wordt herdenken anders, ook voor Bijl: ‘’Ik ga op zoek naar een
alternatief, dat wordt waarschijnlijk een mooi monument in de buurt,
waar ik alsnog mijn eregroet ga brengen en ik me weer echt veteraan
voel. Vasthouden en terugdenken aan een bijzonder
moment in mijn leven. Iets ervaren dat de rest nooit hoeft mee te
maken.’’ Bijl is van mening dat de tijd waarin we nu leven, voor meer
bewustwording van onze vrijheid zorgt. ‘’Door de coronacrisis moeten we
een stukje vrijheid inleveren, dat valt rauw op
ons dak. Normaliter lopen we gedachteloos langs elkaar, nu hebben we
oog voor elkaar. Tuurlijk gaat het wel eens mis, maar over het geheel
genomen ervaar ik dat men de regels in acht neemt ter bescherming van
zichzelf maar ook zeker voor de ander. Mijn ervaring
is dat er juist nu een gemeenschappelijke band ontstaat, doordat we
gezamenlijk de strijd aangaan. De vergelijking met oorlog vind ik
terecht, we vechten nu ook tegen een gezamenlijke vijand, wel
onzichtbaar. Maar, we helpen en beschermen elkaar. We kunnen
nog niet in de aanval, maar in de verdediging. Laten we dat met elkaar
doen en onze vrijheid in ere houden,’’ aldus Bijl.