Door de afronding van de tunnel tussen Barendrecht en Heinenoord was ook meteen de Deltaroute compleet. Eerder waren al de Haringvlietbrug (1964), de Grevelingendam (1965) en de Zeelandbrug (1965) geopend.
Probleemgeval
De hefbrug bij Barendrecht was in 1969 in alle opzichten aan vervanging toe. De brug was gebouwd in 1888 en kon de verkeersstroom absoluut niet aan. Daarnaast lag de brug zo dicht boven het water, dat het voor elk schip open moest. Dat gebeurde alleen op vastgestelde tijden, zodat ook het scheepvaartverkeer regelmatig moest wachten voor de brug.
Aan beide kanten van de brug stonden lange files, zelfs als de hefbrug niet omhoog was. Op de Barendrechtseweg (Hoeksche Waard) en de Achterzeedijk (Barendrecht) stond het vaak helemaal vast.
Noodzaak
De noodzaak voor de tunnel was duidelijk, zeker nadat in 1967 de Beneluxtunnel werd geopend. Maar toch werd de tunnel anders. Er kwamen twee buizen, met aan allebei de kanten een speciale rijbaan voor langzaam verkeer.
Dan moet je niet alleen denken aan voetgangers en fietsen, maar ook aan landbouwvoertuigen. Regelmatig gingen er trekkers met landbouwproducten vanuit de Hoeksche Waard naar de veilinggebouwen in Barendrecht.
Opnieuw problemen
De tunnel had een capaciteit van 30 duizend voertuigen per dag. In het eerste jaar reden er gemiddeld ruim 18 duizend wagens door de tunnel. Vijf jaar na de opening werd de 30 duizend al gehaald.
Door de groei ontstaan aan beide kanten van de tunnel al snel lange files. In de baan naar Rotterdam wordt de baan voor langzaam verkeer ingeruild voor autoverkeer, maar dat lost alleen de problemen in de ochtendspits op.
Pas als in 1999 twee nieuwe buizen worden geopend voor fietsers en landbouwvoertuigen zijn de ergste problemen opgelost.