De weekmarkt in Oud-Beijerland is al jaren vaste prik op woensdag. Middenin het centrum van het dorp, op een mooie plek langs het water bij de overige winkels. “Ik heb ook winkels gehad, maar die heb ik weggedaan. Op je 77e kan je niet alles meer doen”, zegt Aad. “DÃt vind ik nog leuk. Het contact met de mensen. Ik ben geen jongen om thuis te gaan zitten.”
Moordende concurrentie
Aad verkoopt in zijn kraam herenkleding. “Vooral overhemden en polo’s. Maar het is wel een stuk moeilijker dan vroeger. Jonge jongens kopen niet meer op de markt, die kopen op internet. De concurrentie is moordend.”
Zo moordend, dat Aad haast genoodzaakt is de handdoek in de ring te gooien. “Eigenlijk moet ik ophouden, maar ik vind het gewoon te leuk. Maar als er geld bij moet, moet ik zeker stoppen.” Die beslissing neemt hij misschien dit jaar zelfs al.
“De jeugd is gek op merken, ze willen gezien worden. Dat ze tegen hun meisje kunnen zeggen: ‘kijk, dat kan ik betalen!’ Dáár heb ik mee te maken. Ik heb hele mooie dingen, misschien wel mooier dan die merken, maar ze willen per se dát merk hebben.”
Toch hoor je Aad niet klagen, zegt hij. “Ik heb een mooi leven gehad, ben nooit ziek geweest. Ik heb het altijd naar m’n zin, alleen de handel is over. En dát moet ik accepteren.”